Plaats:
Handpalm
Voetrug
Arm
Been
Voorhoofd etc.
Rangschikking:
-corymbiform (moederlaesies met satellieten)
-annulair (ringvormig)
-lineair (lijnvormig)
-en bouquet/herpetiform (dicht op elkaar)
-gedissemineerd (gegeneraliseerd en niet gegroepeerd)
-diffuus (aaneengesloten)
-discreet (van elkaar gescheiden)
-reticulair (netvormig)
-confluerend (samenvloeiend)
-folliculair (gebonden aan follikels)
Uitbreiding:
-solitair (beperkt tot een laisie)
-circumscript (beperkt tot een klein gebied)
-regionaal (beperkt tot een groter gebied)
-segmentaal (in het verzorgingsgebied van een ganglion)
-gegeneraliseerd (verspreid over een groot gedeelte van de huid)
-universeel (verspreid over de gehele huid)
Omvang:
Aantal: tiental, hondertal
Grootte:
-miliair (1-2 mm)
-lenticulair (3-10 mm)
-nummulair (1-3 cm)
-kinderhandpalmgroot (3-5 cm)
-gandpalmgroot (5-10 cm)
Vorm:
-rond
-ovaal
-polygonaal (veelhoekig)
-polycyclisch (veelbochtig)
-rechthoekig
-lineair (lijnvormig)
-gegyreerd (geslingerd)
-dendritisch (vertakt)
-grillig
-annulair (ringvormig)
-arciform (boogvormig)
-circinair (onderbroken ringvormig)
-concentrisch (meerdere ringen vanuit centrum, ringen hebben dezelfde kleur)
-kokardevormig (iris- of schietschijfvormig, met verschillende kleuren)
3D vorm:
-bolrond
-bolrond met indeuking
-hemisferisch
-vlak
-spitis
-stomp
-gesteeld
-hobbelig
-opgeworpen rand
Omtrek:
-lijnscherp
-scherp
-matig scherp
-onscherp
Kleur:
De kleur van de afwijking + of deze:
-webdrukbaar is
-niet-wegdrukbaar is
-granulomateus is (krijgt een "appelmoeskleur" bij diascopie)
Efflorescenties:
-macula (omschreven kleurverandering van de huid)
-dyschromia (niet nader omschreven kleurverandering, niet wegdrukbaar)
-erythema (niet nader omschreven, wegdrukbare roodheid)
-purpura (niet wegdrukbare roodheid, bloeding die paarsbruin tot geelbruin wordt)
-teleangiectasia (wegdrukbare felle roodheid, blijvend verwijd bloedvat)
-papula (circumscripte solide verhevenheid <1cm)
-urtica (netelroos. Vlakke circumscripte verhevenheid)
-nodulus (circumscripte palpabele weerstand in de cutis of subcutis, al dan niet boven de huid verheven <1cm)
-nodus (zie nodulus, maar dan >1cm)
-tumor (solide verhevenheid >1cm)
-plaque (solide vlakke verhevenheid van de huid >1cm)
-vesicula (holte met helder vocht in epidermis <1cm)
-bulla (zie vesicula, maar dan >1cm subcorneaal, inra- of subepidermaal gelegen)
-pustula (zichtbare holte gevuld met purulent vocht <1cm)
-squama (schilfering)
-crusta (korst)
-comedo (ophoping van talk in een afgesloten talgklieruitvoergang)
-lichenificatie (vergroving van het huidrelief)
-erosie (defect van enkel de epidermis)
-excoriatie (epidermodermaal defect)
-vulnus (defect tot in de subcutis)
-ulcus (een huiddefect dat niet of nauwelijks geneest)
-rhagade/fissuur (inscheuring van de huid)
-atrofie (afname van het volume van de huid)
Huidschilfering beschreven als:
-pityriasiform (poeder achtig)
-psoriasiform (kaarsvet achtig)
-ichthyosiform (visschubachtig)
-keratotisch (eeltvormig)
-collerette (ringvormig kransje van schilfers)
-craquele (grof netwerk van fijne barstjes van de huid)
-seborroisch (geel vettig)
Referenties: 1.Sillevis Smitt JH, van Everdingen JJE, van der Horst HE, Lambert J, Starink MV, Wintzen M. Dermatovenereologie voor de eerste lijn. Bohn Stafleu van Loghum, 2017.2.Bolognia JL, Schaffer JV, Cerroni L. Dermatology. Fourth Edition. Elsevier Health Sciences 2017.
Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, AMC, Amsterdam.
Maak jouw eigen website met JouwWeb